Waar de heilige zijn weten baseert op goddelijke inspiratie en wijsheid, zo baseert de magiër zijn weten op kennis en studie. De magiër of tovenaar heeft een toverstaf, waarmee hij zijn energie kan richten.
Hij wordt vaak afgebeeld in een onderzoekslaboratorium, met vele papierrollen en oude boeken. In moderne vorm is de magiër de wetenschapper, die het mysterie van het leven probeert te doorgronden, de chemicus die stoffen analyseert en combineert, de natuurkundige die zoekt naar de werking van het heelal, de letterkundige die zich verdiept in taal of de antropoloog die andere culturen onderzoekt.
Het archetype van de magiër staat voor inzicht, visie en gedachtekracht. Hij is verbonden met het derde oog. Hij goochelt met de werkelijkheid en heeft besef van de creatieve kracht van gedachten.
De magiër is in staat grotere tijdsverbanden te overzien. Hij heeft inzicht in het verleden en de toekomst en leidt daar zijn voorspellingen uit af.
Daarin wandelt hij over de nauwe lijn van zwarte en witte magie. Als hij zijn inzicht voor zichzelf aanwendt, helt hij over naar de schaduwkant van dit archetype.
De schaduwkant wordt vertegenwoordigd door de valse raadgever, de therapeut die manipuleert of zijn inzichten zonder liefde geeft, de adviseur die kickt op de macht die hij heeft, of degene die raad geeft zonder dat erom gevraagd wordt.
In de mythologische verhalen is de magiër degene die als eerste ziet dat als het zo doorgaat, er grote problemen gaan ontstaan. Hij is daarbij de katalysator of aanjager. Door de magiër beseft de held dat hij (vaak met tegenzin) niet anders kan dan op avontuur gaan.
De evenementen waarbij Magiër in de titel staat gaan over het verbinden met deze archetype op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door een mannencirkel of workshop met Magiër thema's.